Contactladder
De contactladder is een instrument voor het meten van buurtcontacten. De uitkomsten van een vragenlijst leveren een goed beeld van hoe buurtgenoten hun contacten beleven. Het instrument inventariseert daarnaast de behoeften van bewoners aan verschillende soorten contacten. Het verschil tussen feitelijke en wenselijke contacten, gewogen naar het belang dat bewoners aan deze contacten hechten, geeft een heldere diagnose van mogelijke aangrijpingspunten voor sociale interventies en beleid. Hiermee kunnen samenlevingsproblemen worden voorkomen en opgelost.
De contactladder bestaat in totaal uit 48 vragen:
- 11 achtergrondvragen;
- 19 stellingen over de buurt, waarbij de huidige en wenselijke situatie wordt aangegeven;
- 8 vragen over oppervlakkig contact in de buurt, waarbij wederom de huidige en wenselijke situatie wordt aangegeven;
- 7 vragen over de eigen bijdrage in de buurt;
- 2 vragen over mantelzorg;
- 1 slotvraag.
Het instrument maakt een onderscheid tussen positieve en negatieve contacten, latente contacten (waarop indien nodig een beroep kan worden gedaan), buurtverbondenheid (sociaal-emotionele binding) en contacten die zijn gericht op het samenleven in de buurt (oogje in het zeil houden, afspraken maken). De verschillende vormen van contact sluiten elkaar niet uit, en – in tegenstelling tot wat de term ‘ladder’ doet vermoeden - is de ene vorm ook niet beter dan de andere. Ze overlappen elkaar en vullen elkaar aan.
De contactladder bestaat uit de volgende stappen:
- Veldwerk door middel van de afname van de vragenlijst (inventariseren van de ervaringen van buurtbewoners met buurtcontacten).
- Het verwerken van de verzamelde informatie.
- Het opstellen van een rapport met daarin een beschrijving van de stand van zaken.
- Met het inzicht in de sociale structuur van buurten dat de ladder biedt kunnen gerichte interventies worden ontwikkeld.
Stap 1 betekent dat degenen die de vragenlijst afnemen bij mensen aanbellen en met hen samen de vragenlijst invullen. Hierdoor raken ze met de buurtbewoners in contact over de situatie in hun buurt. Het invullen van een vragenlijst duurde in een onderzoek in Leiden ongeveer 60 minuten. Het is onduidelijk of de vragenlijst ook door bewoners zelf zonder hulp ingevuld kan worden, en hoe lang dit duurt.
Het is onduidelijk of de vragenlijst vrij aanpasbaar is. Het is ook niet duidelijk of er kosten verbonden zijn aan het gebruik van de vragenlijst.
Tot nu toe is de Contactladder gebruikt in twee onderzoeken; één onderzoek in Katwijk en één onderzoek in Leiden. Deze onderzoeken zijn echter alweer enkele jaren oud. Voor meer informatie kan contact worden opgenomen met het Verwey-Jonker Instituut.
De uitvoering van het veldonderzoek is het meest tijdrovende onderdeel van de contactladder. Voor de uitvoering van het veldonderzoek is goede instructie nodig. Er kan voor gekozen worden dit onderdeel uit te besteden.
Het instrument is ontwikkeld in het kader van een onderzoek naar het Rotterdamse Opzoomeren, een project om de sociale cohesie te verbeteren. Om het denken hierover te stimuleren en de resultaten van het project beter in beeld te brengen, heeft het Verwey-Jonker Instituut de Contactladder ontwikkeld.
Informatie over validatie is niet bekend bij de opsteller van deze instrumentbeschrijving.
Er zijn twee publicaties verschenen waarin de Contactladder is gebruikt:
- Van der Graaf, P., Boonstra, N., & Bos, R. (2006). Buurtcontact in Leiden Zuidwest: De Contactladder als diagnose-instrument. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.
- Verwijs, R., Van Marissing, E., & Hermes, F. (2010). De Contactladder in Katwijk: nulmeting in de wijk Hoornes-Noordoost. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.
In de bijlagen van beide publicaties is een (verschillende) versie van de Contactladder te vinden.
Deze instrumentbeschrijving is opgesteld door Thijs van den Enden van de Wat Werkt Studio. Deze beschrijving is niet geverifieerd door de eigenaar van het instrument.
Het Verwey-Jonker Instituut is de opsteller van de Contactladder.
secr@verwey-jonker.nl, 030-2300799